Welke maatregelen kunnen wadvogels rust bieden?
Met een onderzoek naar hoogwatervluchtplaatsen rond de Nederlandse Waddenzee, onder de vlag van Wij&Wadvogels, hebben Nina Fieten (bioloog Altenburg & Wymenga) en collega’s de prioriteiten voor terreinbeheerders en vogelbeschermers op een rijtje gezet. Hoogwatervluchtplaatsen zijn letterlijk van levensbelang voor wadvogels. In de uren dat ze tijdens hoogwater geen voedsel kunnen zoeken, pakken ze daar hun broodnodige rust. Tijdens het onderzoek kwam aan het licht dat sommige van die plekken veel minder worden gebruikt dan je op basis van de hoeveelheid voedsel in de omgeving zou mogen verwachten. Verstoring zou hier wel eens een belangrijke factor kunnen zijn. Samen met Fieten zoomen we in op de zogenaamde Quickscan van het onderzoek met concrete maatregelen – aanbevolen door Altenburg & Wymenga en Sovon Vogelonderzoek – die genomen zouden kunnen worden door terreinbeheerders, om de waarde van de HVP’s te verbeteren. Die maatregelen zijn te verdelen in zes categorieën, aan de hand van evenzoveel voorbeelden.
Communicatie en informatie
“Alles begint met het informeren van het publiek over de waarde van deze plekken. In de Westhoek, iets ten noorden van Harlingen, is wat dat betreft recent een interessant experiment gestart. Op een ‘getijdewijzer’ staat informatie over de waarde van dit gebied voor wadvogels. Alleen bij daadwerkelijk hoogwater verschijnt er ook een bord met het verzoek het gebied niet te betreden. Het wordt heel interessant om te zien of die ‘in de tijd gezoneerde’ afsluiting ook echt gaat werken om toeristen, maar zeker ook vogelfotografen bij de kwetsbare vogels weg te houden.”
Beheer en monitoring
“Op de hoogwatervluchtplaats aan de oostpunt van Vlieland speelt verruiging van de kwelder een belangrijke rol. Door te hoge begroeiing voelen vogels zich minder veilig. Achter hoge planten kan per slot van rekening ieder moment een slechtvalk opduiken. Op dat soort plekken kan een terreinbeheerder dus ingrijpen om de verruiging tegen te gaan.”
Aanleg
“De fietsroute ‘Kiek over Diek’ in Groningen loopt net op een kwetsbaar stukje aan de rand van de Dollard aan de buitenkant van de dijk. Daardoor wordt een belangrijke hoogwatervluchtplaats regelmatig verstoord. Op dat soort plaatsen kan je kweldergroei op een rustiger plek stimuleren, zodat de vogels een alternatief krijgen.”
Fysieke inrichting
“Bij het Balgzand ligt op dit moment nog een heel waardevolle en door vogels ook goed gebruikte rustplaats. Dat zou zomaar kunnen veranderen, wanneer de plannen voor een fietsroute in het ‘Rondje Waddenbaai’ daar te dicht langs wordt aangelegd. Door die plannen hebben wij dit gebied toch een hoge prioriteit gegeven, bij het aanpakken van – in dit geval potentiële – verstoring. In afstemming met de initiatiefnemers, zou zo’n fietsroute op gepaste afstand van de rustende vogels moeten worden aangelegd.”
Verboden toegang
“Iedereen kent de bekende bordjes ‘verboden toegang’, met daarbij het artikel 461 uit het wetboek van strafrecht. Ook de Wet natuurbescherming kent zo’n ‘toegangsbeperkend besluit’: artikel 2.5. In het nieuwe natuurgebied Prins Hendrik Zanddijk, aan de zuidwestkust van Texel, staan nu alleen de bekende ‘art. 461-bordjes’. Naast betere handhaving van dat verbod, zou een extra toegangsbeperkende maatregel in de vorm van betonning, waardoor het onmogelijk wordt gemaakt om de baai in te varen, boten en kitesurfers uit het gebied kunnen houden.”
Handhaving
“Een toegangsbeperkend besluit, of ‘tbb’ in ons jargon, is één ding. Handhaving is twee. Op Texel zag ik bijvoorbeeld recent nog de nodige pootafdrukken van honden achter het verbodsbord bij de Prins Hendrik Zanddijk. Ook op een zandplaat als Het Rif of de Engelsmanplaat, tussen Ameland en Schiermonnikoog is het handhaven van het toegangsverbod belangrijk. Daar komen nu nog te vaak zeilers, wadlopers of kitesurfers even wandelen of uitrusten op momenten dat daar duizenden en duizenden wadvogels zitten.”
Boven alles: afstemming
“Welke van deze zes mogelijke maatregelen de terreinbeheerders ook willen oppakken, afstemming van plannen tussen gebruikers, initiatiefnemers en beheerders van een gebied is het aller, allerbelangrijkst”, benadrukt Fieten. “Soms heb je te maken met bewoners die al generaties lang van een gebied gebruikmaken. Dan weet je zeker dat het niet gaat werken als je zomaar ineens een bordje of een hek neerzet. Voor die afstemming ligt er ook een belangrijke rol voor bijvoorbeeld Vogelbescherming Nederland”, aldus Fieten.
Meer lezen over de aanbevelingen per gebied? Lees de Quickscan.
Beeld: Leo Hofland